Het Vlaams Regeerakkoord 2024 - 2029

protest

Wat zegt het Vlaams Regeerakkoord 2024 - 2029 over armoedebestrijding? We analyseerden het armoedebeleid in het Regeerakkoord, en vatten voor jullie de maatregelen op verschillende beleidsdomeinen samen die betrekking hebben op armoedebestrijding. 

Bronnen: Vlaams Regeerakkoord & analyse door het Netwerk tegen Armoede (bewerking door Yamina Berrezzeg en An Bistmans)

Armoedebeleid in het Vlaams regeerakkoord

'Een sociaal Vlaanderen: we willen iedereen meekrijgen'


“We moeten ons blijven inzetten om armoede te voorkomen, vroegtijdig te herkennen en mensen die in armoede leven, te ondersteunen om eruit te geraken.”

Verschillende beleidsdomeinen hebben direct te maken met armoede. Daar komen nieuwe maatregelen die armoede aanpakken. Dit is dus een structurele aanpak van armoede.

De regering zegt:

  • “We voeren een armoedebeleid zo dicht mogelijk bij de burger. De lokale besturen, mensen in armoede zelf en middenveldorganisaties zijn onze eerste partner om de problematiek in kaart te brengen en aan te pakken.”
  • “Om armoede te kunnen bestrijden moet armoede eerst herkend worden. Armoede brengt schaamte mee en de meeste mensen in armoede trachten dan ook hun situatie te verbergen. We voeren een sensibiliserend beleid ten aanzien van actoren, organisaties en het brede publiek om signalen die kunnen wijzen op armoede te herkennen en te erkennen.”

 

Dit zijn de betrokken ministers:

Caroline Gennez
Caroline Gennez (Vooruit)
Minister voor Welzijn, Cultuur, Armoede en Gelijke Kansen

Zuhal Demir (N-VA)
Minister voor Onderwijs, Justitie en Werk
Zuhal Demir

Melissa Depraetere
Melissa Depraetere (Vooruit)
Minister voor Wonen, Energie en Klimaat, Toerisme en Jeugd

Annick De Ridder (N-VA)
Minister voor Mobiliteit, Openbare Werken, Havens en Sport
Annick De Ridder

In de strijd tegen armoede denkt men vooruitgang te boeken, onder andere via deze belangrijke lijnen:
 

  • Werk hebben is belangrijk, het beschermt tegen armoede.

  • Om een (equivalent) leefloon te kunnen krijgen, moeten mensen zich inschrijven bij VDAB.

  • Sociale voordelen zijn er voor wie ze echt nodig heeft. Ze worden zoveel mogelijk gekoppeld aan het inkomen en niet aan het statuut van mensen. In een sociaal register wordt bijgehouden welke sociale voordelen iemand krijgt. De instanties die voordelen toekennen, kunnen dat register raadplegen, invullen en aanvullen.

  • ‘Dak -en thuisloosheid is de meest extreme vorm van armoede’. In de strijd hiertegen worden modulaire woonunits ingezet, ook projecten zoals Housing First voor mensen met een complexe verslavings- en psychiatrische problematiek. Jongvolwassenen die dreigen dak- en thuisloos te worden, moeten op tijd gedetecteerd en ondersteund worden.

  • Een informeel netwerk hebben is de beste bescherming (preventie) tegen sociale uitsluiting. Dus is plaatselijk een sterke sociale samenhang tussen de mensen (cohesie) belangrijk.

  • De strijd tegen digitale uitsluiting gaat verder. Basisdienstverlening moet – naast digitaal – ook fysiek en telefonisch toegankelijk blijven. Openbare diensten moeten permanenties organiseren.
    Mensen moeten kunnen bijleren rond financiën en digitale vaardigheden. 
    De overheid gebruikt duidelijke communicatie naar de burger over zijn rechten. Men streeft naar automatische toekenning van rechten.  

Andere beleidsdomeinen

Op verschillende beleidsdomeinen worden maatregelen getroffen die een impact of betrekking hebben op armoedebestrijding. We vatten deze maatregelen voor jullie samen. Bekijk hier het overzicht van maatregelen op het vlak van:

 

Onderwijs

 

Kinderopvang

 

Werk

 

Wonen