Het Vlaams Regeerakkoord - Onderwijs

Het Vlaams Regeerakkoord bevat verschillende maatregelen op het vlak van onderwijs die een impact hebben op armoedebestrijding. We vatten hier de maatregelen samen waarmee we 'blij' kunnen zijn, en de maatregelen die minder positief zijn.

_{Bronnen: Vlaams Regeerakkoord & analyse door het Netwerk tegen Armoede (bewerking door Yamina Berrezzeg en An Bistmans)}

Wie is de nieuwe Vlaamse minister van onderwijs?

Dat is Zuhal Demir (N-VA).
Zij is Minister voor Onderwijs, Justitie en Werk.

Maatregelen om ‘blij’ mee te zijn

Belangrijk is meer waardering voor TSO, BSO en KSO. Deze richtingen krijgen meer werkingsmiddelen. Daarmee kunnen scholen de schoolfactuur verlagen. Ze zullen daarop worden gecontroleerd.
Digitalisering versterkt de kwaliteit van het onderwijs. Daarom komt er een nieuwe investering in de ICT-infrastructuur voor leerlingen, leraren en schoolteams. (nieuwe Digisprong met 400 miljoen)
Invulboeken zullen stilaan verdwijnen. Ze zijn immers zeer duur.
Leraren worden versterkt om digitale middelen te gebruiken in de lessen.
Scholen zullen een beleid uitwerken rond digitalisering in hun school.
Gegevens over leerlingen worden degelijk beschermd. Ze zullen wel vlot kunnen gedeeld worden met onderwijs- en zorgpersoneel, die met de leerlingen te maken hebben.
CLB (Centra voor leerlingenbegeleiding) moeten onderwijs en hulpverlening met elkaar verbinden. Zij zijn daarbij volop een draaischijf. Ze moeten kunnen rekenen op een sterk aanbod aan hulpverlening. CLB zijn aanwezig op scholen en brengen hulp op school.

Minder positieve maatregelen

1. De betrokkenheid van ouders staat centraal.

Het schoolreglement wordt een schoolcontract. Daarin staat hoe ouders zullen bijdragen aan de ontwikkeling en het leerproces van hun kind. De afspraken zijn bindend voor de ouders. De school kan ouders aanspreken op die engagementen.
De school verwacht dat ouders actief de schoolloopbaan van hun kind(eren) volgen.
- Ouders kunnen hierbij ondersteund worden waar nodig. Het is nog niet duidelijk hoe dit zal gebeuren.
- De school kan CLB aanspreken als ouders moeite hebben om hun verantwoordelijkheid op te nemen. CLB kan (discreet) melden aan het lokaal sociaal beleid dat ouders hulp nodig hebben. Er kunnen brugfiguren ingezet worden.

Er komen sancties.

Als ouders hun verantwoordelijkheid niet willen opnemen, grijpt men in. Lokaal sociaal beleid kan de schoolbonus en de schooltoeslag rechtstreeks laten toekomen bij de school. Of ze zelf omzetten in materiële hulp voor de kinderen. Alle kinderen verdienen immers alle onderwijskansen … Als een leerling te vaak onwettig afwezig is van school in de loop van 1 schooljaar verliest het gezin de schooltoeslag.

Ter info:
- schoolbonus = de vroegere schoolpremie (voor elk kind een duwtje in de rug)
- schooltoeslag = een extra bedrag voor gezinnen met een beperkt inkomen

2. Nederlands leren staat centraal.

Nederlands is de taal die leren mogelijk maakt, kansen geeft en iedereen verbindt. Als leerlingen genoeg Nederlands kennen, kunnen de leraren zich meer focussen op hun kerntaak. De leerlingen pikken ook meer op in de lessen.

Daarom wordt serieus ingezet op Nederlands in het basisonderwijs.

Het niveau van het Nederlands moet omhoog bij alle leerlingen. Scholen krijgen extra middelen om een sterk taalbeleid Nederlands uit te werken voor alle leerlingen.

Alle kinderen worden bij het begin van de 3^de kleuterklas getest (Koalatest). Kinderen met een taalachterstand op Nederlands kunnen dan nog een heel schooljaar lang ondersteund en bijgewerkt worden.
Elke leraar is een leraar Nederlands. Taalfouten worden in elke toets bestraft. (Dus ook bij wiskunde, geschiedenis, …)
In de school spreekt iedereen Nederlands, zowel binnen als buiten de klas.
Wie naar het secundair onderwijs gaat moet voldoende goed Nederlands spreken. Zo niet, moet je verplicht extra lessen volgen. De klassenraad beslist hierover.

Ook de ouders hebben het Nederlands nodig. Ze moeten kunnen communiceren met de school. Ze moeten ook hun kind op school kunnen opvolgen.

Ouders die hun kind inschrijven in een Nederlandstalige school, moeten bewijzen dat minstens 1 van de ouders Nederlands kent. Of ze moeten zich engageren om zelf ook Nederlands te leren. Dat moeten ze binnen een bepaalde termijn bewijzen.
Er komen sancties.
- Wie binnen het jaar geen bewijs kan voorleggen van deelname aan een cursus Nederlands, verliest de schoolbonus(sen) voor alle schoolgaande kinderen. Dit tot wanneer men een bewijs van deelname kan tonen.

Maatregelen die wel interessant lijken

Smartphones zijn verboden in het lager onderwijs.
Leerlingen die nood hebben aan remediëring moeten hiervoor op school terecht kunnen.
Vanaf 16 jaar kunnen jongeren hun deeltijdse leerplicht vervullen via verschillende wegen. De school doet de coördinatie. Duaal leren wordt een meer flexibel systeem.
Scholen worden ondersteund in anti-pest-beleid.
Verdere uitbouw (infrastructuur) van scholen die B-stroom inrichten en die het aanbod buitengewoon onderwijs versterken.
Meer inzetten op ‘brede scholen’. Scholen zijn buiten de schooluren open voor opvang, academie, sport …
De onderwijsinspectie moet meer bezig zijn met haar ‘kernopdracht’. Dat is het doorlichten van wat er in de scholen en op de klasvloer gebeurt.
In de lerarenopleiding is er meer stage en aanvangsbegeleiding.
Communicatie naar leerkrachten gebeurt via Klasse.
De verschillende ouderkoepels gaan samen in 1 ouderkoepel.
Subsidie voor lokale besturen die willen inzetten op schoolmaaltijden.

Bekijk dit ook eens

Ook op andere beleidsdomeinen worden maatregelen getroffen die betrekking hebben op armoedebestrijding. Lees er hier meer over:

Of ga terug naar Armoedebeleid in het Vlaams Regeerakkoord